Nederlandse Geschiedenis: Openlucht Museum Arnhem

Geschiedenis is saai, volgens veel mensen. Ik heb er iets mee. Vooral als het geschiedenis is die te maken heeft met je eigen wortels: je oorsprong. Hoe zijn we geworden tot wat we nu zijn, als volk, als mensen? Geschiedenis tastbaar maken door het zelf te zien en ervaren is wat het Openlucht Museum doet. En dat doen ze op een hele mooie, integere, manier.

Daarbij, en dat is vooral te prijzen vind ik, worden ook de meer pijnlijke punten uit onze ‘Hollandse Geschiedenis’ niet stil gehouden. Niet alleen “Hollands Glorie” wat de klok slaat.

Op ‘De Erven’, één van de eerste delen waar je rondloopt, kom je bijvoorbeeld de Molukse Barak tegen. Eén van de barakken waarin de Molukkers “tijdelijk” werden gehuisvest na de “Politionele Acties” een mooi woord voor een “(onderdeel van) een bloedige oorlog die Nederland tussen 1945 en 1949 voerde in Indonesië omdat het de zelfstandigheid van de voormalige kolonie niet wilde erkennen” (NPO Focus).

Een “turkenhotel” – Gastarbeiders gehuisvest in kleine onderkomens

Maar ook de slavernij (Suriname) komt voorbij. En de schandalige manier waarop de Turkse gastarbeiders werden gehuisvest. In zogenaamde “Turkenhotels  En als we denken dat dat nu voorbij is, .. denk: “Polenhotels”. Die zagen we (nog) niet bij het Openluchtmuseum. Maar over een paar decennia wellicht wel?

Plaggenhut

Al het moois dat Nederland biedt

Nederland biedt veel prachtige dingen natuurlijk, en dat komt ook uitgebreid aan de orde. Maar vooral: hoe het zo heeft kunnen ontstaan. Het is bijna benauwend af en toe om te zien in wat voor enorme armoede tot vlak voor onze tijd de mensen leefden en de kinderen opgroeiden.

Plaggenhutten waren te vinden in de armste gebieden van Nederland, vooral in Drenthe, Friesland en Overijssel en aangrenzende gebieden, zoals het Groningse Westerwolde, het Friese Het Bildt en de Friese Wouden. Ook in de Brabantse veengebieden kwamen plaggenhutten voor. Plaggenhutten werden bewoond door de allerarmste arbeiders, vaak met grote gezinnen. Een plaggenhut was een eenvoudig bouwwerk, meestal gedeeltelijk uitgegraven en zonder zijmuren zodat het dak op grondhoogte begon. Het dak was bekleed met plaggen die uit het omliggende land werden gehaald (Wikipedia).

Tegenover de weelderige boerderij(en), waaronder een uit Beerta (foto boven), staan de plaggenhutten. Uit dezelfde tijd! De rijkdom en weelde van de één, ging over de rug van de ander (de arbeiders). Niet voor niets natuurlijk dat het Socialisme vooral onder de arme bevolking, ook in het Noorden, aansloeg.

Ook in Amsterdam, en andere grote steden, was veel armoede. De Westerstraat is, vlak bij de Entree van het park, gedeeltelijk, nagebouwd/verplaatst naar het Openluchtmuseum. Inclusief een typische kroeg uit de Jordaan.Ook boederijen waar je tegenwoordig niet meer je dieren zou huisvesten: mens en dier woonden er onder één dak. Inclusief natuurlijk alle parasieten (vliegen e.a.).

Al het moois dat Nederland biedt heeft een oorsprong; en helaas een niet altijd even mooie oorsprong. Genoeg daarover vooralsnog. Eén van de leukste dingen op het park: de TRAM! Er rijden prachtig gerestaureerde trams rond. En met name Rotterdam is daarmee vertegenwoordigd (RET).

Video Tram RET (Rotterdam)

De video is een kleine samenvatting van wat tramritjes. Ideaal om je te verplaatsen over het terrein. Vooral voor hen die wat slechter ter been zijn een uitkomst. En er rijden ook trams geschikt voor invalide mensen.

De tramremise is het bekijken meer dan waard. Er is ook een Van Gend en Loos overslag. Met natuurlijk een paar prachtige oude auto’s. De tramremise biedt ook gelegenheid even ónder een tram te kijken.

Platteland

Het platteland komt natuurlijk (ook) ruim aan bod. Akkerbouw, Veeteelt, hoe de mensen op het platteland leefden als dagloners en arbeiders.

Eén van de, voor mij, meest interessante onderdelen was de fabriek Freia.

Zuivelfabriek Freia was de eerste zuivelfabriek in de Nederlandse provincie Friesland. Hij werd gesticht in 1879. In 1878 werd met de bouw van de fabriek in Veenwouden begonnen en in september 1879 volgde de opening van Freia. Het was een fabriek die gebruik maakte van stoomaandrijving. Na enkele jaren met verlies te hebben gedraaid werd de fabriek in 1882 eigendom van Hero Brouwer uit Joure. In 1890 werd de fabriek verkocht aan Gentius Wybrandi, die in 1905 kwam te overlijden. De nieuwe eigenaar werd Klaas Anema. In 1918 werd de fabriek aangesloten op het elektriciteitsnet. In 1919 had het bedrijf meer dan vijftig werknemers in dienst en was daarmee één van de grootste zuivelfabrieken in Friesland. De familie Anema bleef tot 1969 eigenaar van het bedrijf. Het zuivelbedrijf in Winschoten dat de fabriek overnam beëindigde de productie na een korte periode echter al in 1970. Het bedrijfsarchief is in bewaring bij Tresoar. (Wikipedia)

Opmerkelijk detail dat ik zag in de fabriek, bovenaan een trap, een geschilderde kreet: “Kinderarbeid, niet in mijn tijd!”. Mooi, een sociaal bewogen bedrijf! Ze waren hun tijd ver vooruit, maar helaas kreeg kennelijk de wet van de remmende voorsprong vat op ze en werden ze dus gesloten in 1970.

Via het Lint, waar de “Indische Tuin” is -foto boven- gingen we verder naar het Landgoed.

En nog veel meer…

Er was natuurlijk nog véél meer te zien. Zie hiervoor de onderstaande foto’s (klik op een foto voor een vergroting). Maar voor wie er nog nooit is geweest: een absolute aanrader! Ook als je niet dol op geschiedenis bent is het gewoon enorm de moeite waard.

Deel dit bericht: